Strafrechtspleging – Bij verstek gewezen vonnis – Ongedaan verzet – Recht op dubbele aanleg – Zelfherstellende lacune

In het arrest nr. 123/2019 van 26 september 2019 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat art. 187, § 9, tweede lid Sv., in zoverre het niet bepaalt dat een hoger beroep tegen de beslissing die het verzet als ongedaan beschouwt, inhoudt dat de grond van de zaak aanhangig wordt gemaakt bij de rechter in hoger beroep wanneer die laatste het verzet voor het eerst ongedaan verklaart in hoger beroep, art. 13 Gw. schendt, gelezen in samenhang met art. 2 van het Zevende Protocol bij het EVRM en met art. 14, vijfde lid, van het Internationaal Verdrag inzake Burgerlijke en Politieke Rechten. Aangezien de vaststelling van die lacune is uitgedrukt in voldoende nauwkeurige en volledige bewoordingen die het mogelijk maken de in het geding zijnde bepaling toe te passen met inachtneming van de voormelde referentienormen, staat het aan de rechter een einde te maken aan de schending van die normen.

p 280 | 123/2019 | | Grondwettelijk Hof