Raad van State – Beroep tot nietigverklaring – Schending van verplichtingen tot samenwerking – Belang

In het arrest nr. 147/2019 van 24 oktober 2019 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat art. 14bis, tweede lid RvS-Wet de artt. 10 en 11 Gw. schendt in zoverre het andere natuurlijke personen of rechtspersonen dan de Belgische Staat, de Gemeenschappen, de Gewesten en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie niet de mogelijkheid biedt om in het kader van een beroep tot nietigverklaring voor de Raad van State de schending in te roepen van de verplichting tot samenwerking in de vorm van overleg, betrokkenheid, inlichtingen, adviezen of akkoorden. De onmogelijkheid om de schending van die vormen van samenwerkingsfederalisme in te roepen is een discriminerende aantasting van het recht op toegang tot de rechter.