Gerechtelijk recht – Rechtsmiddelen – Verzet – Verstekvonnis dat in laatste aanleg is gewezen

In arrest nr. 193/2019 van 28 november 2019 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat artikel 1047, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, in samenhang gelezen met artikel 806 ervan, geen schending inhoudt van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het EVRM en met artikel 14 van het IVBPR. De eerstgenoemde bepaling beperkt het verzet tot verstekvonnissen die niet vatbaar zijn voor hoger beroep. De tweede bepaling beperkt de beoordelingsvrijheid van de bij verstek oordelende rechter. Een verstekvonnis dat niet in laatste aanleg werd gewezen, blijft echter vatbaar voor hoger beroep, dat de betrokken persoon de mogelijkheid biedt ten volle zijn rechten van verdediging uit te oefenen.

p 960 | 193/2019 | | Grondwettelijk Hof