Mobiliteitsvergoeding – Cash for cars – Discriminatie werknemers zonder bedrijfswagen

Met het arrest nr. 11/2020 van 23 januari 2020 vernietigt het Grondwettelijk Hof de wet van 30 maart 2018 betreffende de invoering van een mobiliteitsvergoeding. Die wet had tot doel werknemers ertoe aan te zetten afstand te doen van bedrijfswagens ten voordele van andere, meer duurzame vervoermiddelen en aldus de mobiliteit te verbeteren. Daartoe voerde zij een mobiliteitsvergoeding in die dezelfde sociale en fiscale voordelen moest waarborgen als voor het beschikken over een bedrijfswagen. De regeling van de mobiliteitsvergoeding – inmiddels vervangen door het mobiliteitsbudget – houdt met name een discriminatie in van de werknemers die de vergoeding niet genieten en wier loon in zijn geheel is onderworpen aan de fiscale en sociale bijdragen, t.o.v. de werknemers die een vrij te besteden financiële vergoeding ontvangen die op fiscaal en sociaal vlak bevoorrecht is. Het Hof handhaaft de gevolgen van de vernietigde wet totdat, in voorkomend geval, nieuwe wetsbepalingen in werking treden en uiterlijk tot 31 december 2020.

p 2020 | 11/2020 | | Grondwettelijk Hof