Recht op maatschappelijke integratie – OCMW – Leefloon – Verhuizing – Doorzendingsplicht

De doorzendingsplicht van het OCMW dat zich onbevoegd acht, strekt ertoe het recht op maatschappelijke integratie snel en efficiënt toe te wijzen. De territoriale bevoegdheidsgeschillen mogen de gerechtigde geen nadeel berokkenen. Dezelfde bekommernis geldt a fortiori wanneer het recht op maatschappelijke integratie reeds is toegekend, maar het bevoegde centrum daarna onbevoegd wordt vanwege de verhuis van de gerechtigde. In dat geval vereist de continuïteit van de steunverlening des te meer dat de overdracht snel en efficiënt verloopt. In het arrest nr. 44/2020 van 12 maart 2020 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat art. 18, § 4, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie de artt. 10 en 11 Gw. niet schendt indien het zo wordt geïnterpreteerd dat het in een doorzendingsplicht en gewaarborgde steunverlening voorziet, niet alleen bij een nieuwe aanvraag, maar ook wanneer het centrum de steunverlening stopzet omdat het onbevoegd is geworden.