Vastgoedmakelaar – Erkenning – Inschrijvingsplicht – Rechtspersoon – Vennoot – Statuut van zelfstandige

In het arrest nr. 62/2020 van 7 mei 2020 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat de artt. 8 en 10, § 2, 1°, van de wet van 11 februari 2013 houdende organisatie van het beroep van vastgoedmakelaar geen discriminatie inhouden. Het onweerlegbare karakter van het vermoede statuut van zelfstandige en de daaruit volgende verplichting voor alle actieve vennoten om zich in te schrijven op het tableau van beroepsbeoefenaars, zelfs wanneer zij eveneens via een arbeidsovereenkomst verbonden zijn met de betrokken vennootschap, dragen er immers toe bij dat het niet mogelijk is dat de actieve vennoten een vennootschap gebruiken om aan een deel van hen de mogelijkheid te bieden de verplichtingen te omzeilen die gepaard gaan met de uitoefening van het gereglementeerde beroep. Die verplichtingen zijn erop gericht een kwaliteitsvolle dienstverlening te waarborgen aan degene die een beroep doet op de betrokken vastgoedmakelaars.

p 200 | 62/2020 | | Grondwettelijk Hof