Insolventierecht – Gerechtelijke reorganisatie – Opschorting – Verlenging – Beroep

In arrest nr. 110/2021 van 15 juli 2021 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat art. XX.59, § 3 WER geen schending inhoudt van de artt. 10 en 11 Gw. doordat geen hoger beroep kan worden ingesteld tegen een vonnis waarbij een verzoek van de schuldenaar tot verlenging van de opschorting wordt geweigerd, terwijl een schuldenaar wel hoger beroep kan instellen tegen een beslissing tot voortijdige beëindiging van de procedure van gerechtelijke reorganisatie. In dat laatste geval wordt de beschermde situatie van de schuldenaar anders dan vooropgesteld en nadelig gewijzigd. In het eerste geval kent de procedure van de gerechtelijke reorganisatie haar normale verloop (verlenging is immers niet de regel). De wetgever vermocht een tweede aanleg in dat geval niet noodzakelijk te vinden.

p 40 | 110/2021 | | Grondwettelijk Hof