Strafrecht – Penitentiaire administratie – Statuut van het personeel – Moraliteitsonderzoek – Minimale dienstverlening

Met arrest nr. 107/2021 van 15 juli 2021 verwerpt het Grondwettelijk Hof het beroep tot vernietiging van de wet van 23 maart 2019 betreffende de organisatie van de penitentiaire diensten en van het statuut van het penitentiair personeel. Het optreden van de wetgever om de essentiële elementen van het statuut van de penitentiaire beambten (opdrachten, taken, rechten en plichten) te regelen, is redelijk verantwoord in het licht van het doel om de legitimiteit van de penitentiaire inrichting in haar geheel te versterken en de fundamentele rechten van de gedetineerden te verzekeren. Daarnaast is het moraliteitsonderzoek t.av. de kandidaten voor een ambt binnen de penitentiaire administratie niet strijdig met het recht op eerbiediging van het privéleven. Ten slotte oordeelt het Hof dat de minimale dienstverlening, zoals geregeld bij de wet van 23 maart 2019, niet leidt tot een onevenredige inmenging in het stakingsrecht, de sociale dialoog en het collectief overleg niet verhindert en de vakbondsvrijheid en het recht op collectief onderhandelen niet wezenlijk aantast.

p 388 | 107/2021 | | Grondwettelijk Hof