Strafrecht – Onopzettelijke doding – Maximumstraf – Verkeersongeval

In arrest nr. 123/2021 van 30 september 2021 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat artikel 419 van het Strafwetboek geen schending inhoudt van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het een verschillende maximale gevangenisstraf bepaalt voor het misdrijf van onopzettelijk doden, naargelang de feiten zich afspelen in de context van een verkeersongeval of buiten de verkeerscontext (respectievelijk vijf jaar en twee jaar). Het staat aan de wetgever, in het bijzonder wanneer hij een plaag wil bestrijden die andere preventieve maatregelen tot nog toe onvoldoende hebben kunnen indijken, te beslissen of voor een strengere bestraffing van sommige vormen van delinquentie moet worden geopteerd en/of dient te worden voorzien in alternatieve maatregelen met het oog op het verhogen van de verkeersveiligheid.

p 428 | 123/2021 | | Grondwettelijk Hof