Dierenwelzijn – Verbod op onverdoofd slachten – Godsdienstvrijheid – Uitspraak ten gronde na prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie

Met de arresten nrs. 117 en 118/2021 van 30 september 2021 verwerpt het Grondwettelijk Hof de beroepen tot vernietiging tegen het algemeen verbod op onbedwelmd slachten in het Vlaamse en Waalse Gewest. Het Hof had in het arrest nr. 53/2019 drie vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie. Bij zijn arrest van 17 december 2020 heeft het Hof van Justitie geoordeeld dat om het dierenwelzijn bij rituele slachtingen te bevorderen, lidstaten een verdovingsmethode kunnen opleggen die omkeerbaar is en niet tot de dood van het dier kan leiden. Het Grondwettelijk Hof oordeelt nu over de grond van de zaak. Het benadrukt dat de vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst een van de fundamenten van een democratische samenleving is. De beperking daarvan beantwoordt evenwel aan een dwingende maatschappelijke behoefte en is evenredig met de nagestreefde doelstelling om het dierenwelzijn te bevorderen. Voorts mag de mogelijkheid tot omkeerbare bedwelming bij ritueel slachten niet zo worden geïnterpreteerd dat ze zou voorschrijven op welke wijze een religieuze rite moet worden uitgevoerd.

p 428 | 117-118/2021 | | Grondwettelijk Hof