Sociaal recht – Arbeidsrecht – Sluiting van ondernemingen – Sluitingsfonds

In het arrest nr. 174/2021 van 2 december 2021 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat artikel 36, § 2, 3°, van de wet van 26 juni 2002 betreffende de sluiting van de ondernemingen, zoals het van toepassing was vóór de wijziging van artikel 36, § 1, van die wet bij de wet van 26 maart 2018, een schending inhoudt van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het niet van toepassing is op de ontslagen werknemers die de verjaring van de vordering bedoeld in artikel 15 van de arbeidsovereenkomstenwet hebben gestuit door een ingebrekestelling die is verzonden overeenkomstig artikel 2244, § 2, van het oud Burgerlijk Wetboek, die op geldige wijze een gerechtelijke procedure hebben ingeleid na de sluiting van de onderneming maar voordat hun vordering is verjaard en die het voordeel genieten van een beslissing uitgesproken na afloop van die procedure, en zulks voor de bedragen die voortvloeien uit die beslissing.

p 928 | 174/2021 | | Grondwettelijk Hof