Inkomstenbelastingen – Diverse inkomsten – Occasionele winst of baten – Normale verrichtingen van beheer – Wettigheidsbeginsel

In arrest nr. 31/2022 van 24 februari 2022 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat de beoordelingsbevoegdheid die de wetgever verleent aan de fiscale administratie en de rechter bij de invulling van het begrip “normale verrichtingen van beheer van een privévermogen” aan de hand van het criterium “voorzichtig en redelijk persoon” voldoende nauwkeurig en voorspelbaar is. Bovendien heeft de wetgever voorzien in waarborgen om de belastingplichtige te beschermen tegen willekeur. Artikel 90, 1°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, in de versie die van toepassing is op het aanslagjaar 2010, schendt niet het fiscale wettigheids- en gelijkheidsbeginsel.

p 1208 | 31/2022 | | Grondwettelijk Hof