Onderwijs – Vlaamse Gemeenschap – Voorrang in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad

Bij een decreet van 17 mei 2019 heeft de Vlaamse decreetgever het aandeel voorrangsplaatsen in de Nederlandstalige scholen van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, voor leerlingen met minstens één ouder die het Nederlands in voldoende mate machtig is, verhoogd van 55 tot 65 %. Bij datzelfde decreet wordt een nieuwe voorrangsregeling ingevoerd, ten belope van 15 % van de beschikbare plaatsen, voor leerlingen die 9 jaar Nederlandstalig basisonderwijs hebben gevolgd. Met arrest nr. 96/2022 van 14 juli 2022 verwerpt het Grondwettelijk Hof het beroep tegen de eerste maatregel. Het oordeelt dat de verhoging van het aantal voorrangsplaatsen tot 65 % redelijk verantwoord is omdat zij beantwoordt aan een reële behoefte en de Vlaamse Gemeenschap niet verhindert om een billijk deel op te vangen van de leerlingen die noch het Nederlands, noch het Frans als thuistaal hebben. Het Hof oordeelt daarentegen dat, ook al kan de decreetgever een schoolloopbaan van een minimumaantal jaren in het Nederlandstalig basisonderwijs eisen opdat een leerling voorrang zou krijgen, de minimumduur van negen jaar evenwel buitensporig is. Het Hof vernietigt dus die laatste voorwaarde.

p 280 | 96/2022 | | Grondwettelijk Hof