Consulair wetboek – Weigering van een paspoort – Vrijheidsbeperkende maatregel – Probatie-uitstel
Op grond van art. 62, 2°, van het Consulair Wetboek, zoals het van toepassing was vóór de vervanging ervan bij de wet van 3 juli 2019, moet de minister van Buitenlandse Zaken de afgifte van een paspoort weigeren indien de aanvrager het voorwerp is van een vrijheidsbeperkende gerechtelijke maatregel, los van de aard van die maatregel of de voorwaarden ervan. In arrest nr. 124/2022 van 13 oktober 2022 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat die bepaling (thans vervat in art. 63, § 1, 1°, van het Consulair Wetboek) een schending inhoudt van de artt. 10, 11 en 12 van de Grondwet, in samenhang gelezen met art. 2 van het Protocol nr. 4 bij het EVRM in zoverre zij van toepassing is op de voorwaarde van een probatie uitstel die de betrokkene uitsluitend verbiedt zich te begeven naar een land in oorlog. Die persoon wordt immers belet zijn recht om te reizen naar landen die niet in oorlog zijn uit te oefenen. De wetgever heeft dus geen billijk evenwicht tot stand gebracht tussen het algemeen belang en de rechten van het individu